Winterbanden
Winterbanden hebben – in winterse omstandigheden (lees : vanaf +7° C) – een merkelijk betere grip en trekkracht op natte, besneeuwde of bevroren wegen, verminderen het risico op aquaplanning dankzij de specifieke profilering, en bieden een veel kortere remweg op besneeuwd of ijzig wegdek.
Omstandigheden en eisen waaraan winterbanden dienen te voldoen :
– koud weer
– besneeuwd wegdek
– glad wegdek (ijzel)
– Lagere snelheden
Eigenschappen :
– Profiel : De profielblokken zijn voorzien van talloze fijne gekartelde lamellen (zie foto). Het effect hiervan is best te vergelijken met dat van een duizendpoot: talloze kleine rubberblokjes “grijpen” bij lagere snelheid elke oneffenheid op een glad bevroren of besneeuwd oppervlak, teneinde een maximale grip te waarborgen.
– Rubber : De elasticiteit van het rubber van normale banden neemt sterk onder circa 7°C. Winterbanden hebben een speciale rubbersamenstelling op basis van silica, die ervoor zorgt dat de rubber ook zacht blijft wanneer het koud is